Een korte beschrijving
Asperger is een van de Autisme Spectrum Stoornissen. Net als bij de andere ASS-stoornissen hebben mensen met Asperger een onhandige motoriek, moeite om om te gaan met sociale situaties, weinig inlevingsvermogen, kunnen niet of slecht tegen veranderingen enzovoort.
Het grote verschil met, bijvoorbeeld Klassiek Autisme, is dat taal en spraak normaal ontwikkeld zijn. Iemand met Asperger praat daarom normaal (maar meestal wel met erg formeel taalgebruik). Ook hebben ze vaak een hogere intelligentie en een normale behoefte om contact te maken.
De kenmerken
Iemand met Asperger kan grote preoccupaties (ook wel fiebs genoemd) hebben. Een preoccupatie is een overmatige interesse voor een bepaald iets. Het onderwerp van de preoccupatie kan van alles zijn en verschilt per persoon. De een weet alles over lantaarnpalen, terwijl de ander weer helemaal “geobsedeerd” is door kiezelsteentjes. Heel kenmerkend voor Asperger (en ASS in het algemeen) is niet zo zeer het onderwerp van de interesse, maar vooral de mate van interesse. Vaak is het onderwerp erg belangrijk voor de persoon. Iemand kan bijvoorbeeld als preoccupatie voetbal hebben omdat hij of zij dan de scores kan bijhouden, deze in categorieën kan indelen, ze kan vergelijken met andere clubs en andere jaren.
Iemand met Asperger doet vaak alles vanuit zijn intelligentie en weinig met gevoel. De hersenen van iemand met Asperger worden vaak vergeleken met een computer. Alle informatie die iemand met Asperger tot zich neemt wordt heel nauwkeurig in “mappen” (categorieën) opgeslagen, maar deze mappen staan niet of slecht met elkaar in verbinding, waardoor het moeilijk is om vanuit de ene map in de andere te kijken. Hierdoor kan iemand met Asperger moeilijk van een gebeurtenis omschakelen naar een andere gebeurtenis of gaat hij of zij te ver door op de verkeerde manier.
Iemand met Asperger spreekt vaak (erg) formeel en deftig (dit geldt overigens ook voor PDD-NOS en MCDD maar is vooral opvallend bij mensen met Asperger). Iemand met Asperger komt vaak autoritair over doordat hun uitspraken vaak heel beslist en stellig overkomen. Verder zijn mensen met Asperger vaak erg goed in spelling en vinden dictees leuk. Ook vinden ze het leuk om spellings- en grammaticaregels aan anderen uit te leggen en kunnen ze vaak als kind voorlezen en lezen als iemand die veel ouder is (dit betekent niet direct dat ze ook begrijpen wat er staat!). Ook praten mensen met Asperger vaak heel gedetailleerd over dingen. Voorbeeld: “Ik zag een man lopen met een hondje aan de lijn. Dat hondje had een strikje om en de man droeg een spijkerbroek en een lange, grijze regenjas. Ze liepen heel snel. De man zei tegen het hondje dat ze snel naar huis zouden gaan.” In het voorbeeld is alleen belangrijk dat er iemand met een hondje liep en dat de man zei dat ze snel naar huis zouden gaan. Alles er omheen is niet belangrijk, terwijl iemand met Asperger dit waarschijnlijk wel zou vertellen.
Wanneer iemand met Asperger een “koetjes en kalfjes” gesprek heeft kan hij of zij gespannen worden. Hij of zij zal ook snel vastlopen in een “koetjes en kalfjes” gesprek. Wanneer het gesprek gaat om sociaal te zijn en niet om de uitwisseling van informatie wordt iemand met Asperger gespannen. Ze zullen het gesprek die kant op draaien om er informatie of conclusies in te verwerken. Dit kan bij de gesprekspartner leiden tot irritatie, omdat hij niet op zoek is naar informatie maar juist naar ontspanning.
Bij mensen met Asperger komt het zogenaamde “echolalie” en “palilalie” voor. Echolalie is het dwangmatig herhalen van woorden en zinnen van anderen. Palilalie is dwangmatig herhalen van de woorden en zinnen van jezelf. Wat af en toe te zien is bij iemand met Asperger is dat deze tegen voorwerpen praat. De persoon weet wel dat het voorwerp niets terug zal zeggen (het besef van de werkelijkheid in niet aangetast of iets dergelijks). Sommige mensen met Asperger praten veel tegen zichzelf of gebruiken monologen. Iemand met Asperger oefent gesprekken vaak alvast in het hoofd zodat hij of zij weet wat er te verwachten valt. Dit is omdat hij of zij gebeurtenissen van tevoren zo veel mogelijk uitgewerkt wil hebben zodat hij of zij niet voor verrassingen zal komen te staan.
Iemand met Asperger (en ASS in het algemeen) heeft vaak een minder goed besef van wat sociaal aanvaard wordt. Daardoor vindt iemand met Asperger vaak niet de juiste gezichtsuitdrukking om zijn eigen emoties te uiten. Net zoals bij de andere ASS-stoornissen kan iemand met Asperger figuurlijke en letterlijke taal moeilijk uit elkaar houden. Spreekwoorden, gezegden en metaforen zijn vaak moeilijk te begrijpen voor iemand met Asperger, terwijl de metaforen van iemand met Asperger juist weer moeilijk te begrijpen zijn door de omgeving. Iemand met Asperger kan zich niet of heel moeilijk inleven in iemand anders.
Anders dan bij mensen met Klassiek Autisme weet iemand met Asperger zijn beperkingen vaak goed te camoufleren. Ze buiten daarbij de aanwezige sterke kanten heel goed uit. Door het gebruik van het verstand en door veel te oefenen kunnen mensen met Asperger hun beperkingen nog goed compenseren. Daardoor kunnen ze na de puberteit vaak beter met andere mensen omgaan. Hierdoor worden de problemen vaak door de hulpverlening onderschat.
Iemand met Asperger heeft wel degelijk behoefte aan een sociaal leven, waar iemand met Klassiek Autisme die behoefte vaak helemaal niet of veel minder heeft. Drukke sociale gebeurtenissen zoals verjaardagen, feesten enzovoort worden door iemand met Asperger alleen als inspannend ervaren. Dit terwijl iemand zonder Asperger dit juist als ontspannend ziet. Sociale situaties kunnen voor stress, onzekerheid en angst zorgen. Negatieve ervaringen tijdens sociale situaties zorgen er juist voor dat sociale situaties een grotere beperking wordt.
Doordat iemand met Asperger moeite heeft om de gevoelens van anderen te herkennen door gezichtsuitdrukkingen, oogcontact of intiem lichamelijk contact lijkt hij of zij vaak egoïstisch en zijn ze nogal egocentrisch. Ze zijn vaak emotioneler dan anderen en gevoeliger voor depressies. Bij onverwachte gebeurtenissen kan iemand met Asperger zich terugtrekken, vluchtgedrag vertonen en woede, agressie, paniek of huilbuien vertonen. Ze kunnen soms totaal niet meer te bereiken zijn. Wanneer bepaalde situaties steeds terugkeren kan iemand met Asperger de niet-autistische wereld gaan wantrouwen, achterdochtig worden of haten.
Iemand met Asperger is, net als over het algemeen bij ASS, erg star. Wanneer eenmaal een mening gevormd is zal daar niet makkelijk van afgeweken worden. Ook is het voor hem of haar moeilijk om af te wijken van het plaatje in het hoofd. Wanneer hij of zij denkt dat iets op een bepaalde manier zal gebeuren, maar het op een heel andere manier gebeurt, kan dit voor stress en paniek zorgen.
Iemand met Asperger is soms overgevoelig voor geluiden, smaken of aanraking. Harde geluiden of sterke geuren, knipperende lampen, een continue zoemend geluid of een druppende kraan kunnen leiden tot boosheid, irritatie of paniek.
Filtreren van geluiden is voor iemand met Asperger erg moeilijk. Daardoor kunnen ze in een lawaaierige situatie hun gesprekspartner maar moeilijk verstaan. Wanneer tijdens een feestje meerdere gesprekken tegelijk worden gevoerd, er achtergrondmuziek is en de onderwerpen van de gesprekken elkaar snel opvolgen kan dit tot irritatie of verwarring leiden. Aan de andere kant kan achtergrondmuziek ook zorgen voor een stukje voorspelbaarheid.
De fijne motoriek van iemand met Asperger kan (net als bij PDD-NOS en MCDD) minder goed zijn. Dit valt te herkennen aan een vreemde, bijna klemmende manier van de pen vasthouden. Ook de grove motoriek kan verstoord zijn en niet helemaal vloeiend verlopen. Daardoor kan iemand met Asperger een houterige, vreemde manier van lopen hebben. Ook worden ze bestempeld als onhandig.
Mensen met Asperger zijn vaak heel erg visueel en concreet denkend. Dat maakt hen echte beelddenkers. Alles wat zij zien wordt bijna letterlijk als foto of video opgeslagen.
Tips bij Asperger
– Ga nooit overdreven kinderlijk praten of iedere simpele handeling uitleggen. Al helemaal niet bij iemand met Asperger aangezien deze mensen vaak een normaal tot hoog IQ hebben. Niets voelt zo denigrerend en kleinerend als dat. Wanneer iemand met een ASS-stoornis je vraagt om ergens rekening mee te houden of vraagt iets anders te doen, doe dit dan gewoon. Maar…. Overdrijf het niet!
– Structuur is heel belangrijk voor iemand met Asperger (ook voor iemand met een andere vorm van ASS). Verandering in structuur kan leiden tot (grote) paniek of boosheid. Het is daarom een goed idee om ervoor te zorgen dat door de dag heen zoveel mogelijk structuur zit. Op school kan de leraar bijvoorbeeld op het bord zetten wat er die dag gedaan wordt, en zich daar dan ook aan houden.
– Wees precies en concreet in wat je wil zeggen. Draai er niet omheen maar zeg gewoon letterlijk wat er gedaan moet worden. Iemand met Asperger heeft er meer aan wanneer gezegd wordt dat er om 14.00 uur iets gedaan moet worden dan dat er die middag wat moet worden gedaan. Zeg de dingen ook zoals ze zijn; zwak ze niet af. Alleen als je precies zegt wat je bedoelt heb je de meeste kans dat iemand met Asperger snapt wat je bedoelt.
– Wees bereid om uitleg meerdere keren te herhalen. Probeer daarbij de uitleg wel zo gelijk mogelijk te houden.
– Kinderen met Asperger zijn soms alleen omdat klasgenoten hem of haar niet betrekken bij het spel, soms is hij of zij alleen omdat hij of zij dat wil. Probeer dat verschil te begrijpen en te herkennen. Wanneer een kind met Asperger alleen wil zijn, laat hem dan en dwing hem of haar niet om toch mee te spelen.
– Ga er niet automatisch van uit dat iemand met Asperger die je kan vertellen wat jij hebt gezegd ook echt begrijpt wat je gezegd hebt. Hij of zij zou je kunnen papegaaien.
Behandeling
Om te beginnen is Autisme, in welke vorm dan ook, niet te genezen. Er gaan geruchten dat bepaalde voedingssupplementen Autisme zouden genezen, of dat door bepaalde therapieën de Autisme weg zou gaan. Dit is allemaal onzin. Autisme is een verstoring van de ontwikkeling van de hersenen, tijdens de zwangerschap. Daardoor is het niet te genezen. Dat houdt niet in dat therapieën en trainingen, en sommige medicijnen niet zullen werken.
Depressie is een veelvoorkomende problematiek bij mensen met Autisme. Daarom wordt er regelmatig antidepressiva voorgeschreven aan mensen met Autisme in combinatie met depressies. Veel mensen met Autisme hebben moeite om zich te concentreren. Medicijnen als ritalin, strattera en concerta werken hier goed bij.
Naast medicijnen zijn er vooral ook therapieën en trainingen die iemand met ASS goed helpen. Denk bijvoorbeeld aan een Psycho-educatie of een Sociale Vaardigheden Training. Een Psycho-educatie (PE) is een training waarbij je leert wat je ASS nou eigenlijk inhoudt, en hoe je ermee om moet gaan. Bij Sociale Vaardigheden Training leer je hoe je bepaalde sociale vaardigheden moet toepassen.
Verder is er ook een cognitieve training beschikbaar. Deze training leert je te herkennen hoe je denkt. Ook leer je om negatieve gedachten om te zetten naar positieve