Dag-en-nachtritme:
- Probeer op geregelde tijden naar bed te gaan, ook in het weekend.
- Ga ’s avonds naar bed als u zich slaperig voelt, laat dit moment niet voorbij gaan.
- Gebruik de slaapkamer alleen om te slapen en niet om er televisie te kijken of te lezen.
- Vermijd te lang wakker liggen in bed; ga dan naar een andere kamer om iets ontspannends te doen.
- Sta ’s ochtends op een vaste tijd op, ook in het weekend en ook na weinig uren te hebben geslapen.
- Vermijd dutjes de laatste drie uur voor het slapen gaan.
- Vermijd een te actieve avondbesteding en zorg voor een periode van ontspanning voor het slapen gaan (bv. een bad of een ander ritueel waarmee de avond wordt afgesloten).
Omgeving:
- Zorg voor een goede kwaliteit matras en hoofdkussen, voldoende geluidsisolatie, een goed geventileerde ruimte en juiste temperatuur van het slaapvertrek.
- Streef naar vermindering van psychosociale stressfactoren.
- Draai de wekker om, omdat het zien van de tijd alleen maar onrust geeft.
Voedingsgewoonten:
- Ga niet te laat en/of te veel eten.
- Vermijd nicotine en het drinken van koffie, thee, cola, cacao vanaf 6 uur voor het slapen gaan.
- Gebruik geen alcoholbevattende drank als ‘slaapmutsje’.
Lichaamsbeweging:
- Zorg voor regelmatige lichaamsbeweging bv. drie tot vijfmaal per week gedurende een kwartier tot een uur. Dit heeft een gunstige invloed op spanning en stress.
- Vermijd intensieve lichaamsbeweging vlak voor het slapen gaan vanwege het activerende effect.
- Sporten vroeg in de avond kan juist een gunstig effect hebben.