Van de mensen met dementie ontwikkelt 90% na verloop van tijd gedragsproblemen, zoals agitatie, depressie, apathie en angst. Deze richtlijn richt zich op het gedragsprobleem agitatie. Voorbeelden van geagiteerd gedrag zijn agressie, dwalen, zoeken en onrust.
Geagiteerd gedrag is vaak belastend voor de cliënt zelf, voor de mantelzorger, voor medebewoners en voor het personeel. In dit boekje beschrijven we een richtlijn voor het verminderen van agitatie bij dementerende ouderen. De richtlijn dient gebruikt te worden zodra iemand geagiteerde gedrag laat zien.
De richtlijn wordt bij voorkeur door twee verpleegkundigen of verzorgenden samen uitgevoerd. De teamleider heeft een belangrijke rol in het scheppen van voorwaarden: hij kan tijd en ruimte creëren voor het uitvoeren van de richtlijn, kan ondersteuning bieden aan teamleden en kan hen motiveren tot het uitvoeren van de gekozen interventie(s). Het wordt aanbevolen om de richtlijn in overleg met de mantelzorger uit te voeren, dit om een zo volledig mogelijk beeld van de cliënt te krijgen en om de kans van slagen van uitvoering van de richtlijn te vergroten. Het multidisciplinaire team kan bij alle stappen betrokken worden. De verpleegkundigen en verzorgenden die de richtlijn uitvoeren beoordelen zelf wanneer ze de hulp van het multidisciplinaire team nodig hebben.