HOE ONTSTAAT HYPERVENTILATIE?
Wanneer u angstig of gespannen bent, kan uw lichaam in een stresstoestand raken. Het lichaam gaat dan stresshormonen aanmaken, zoals bijvoorbeeld adrenaline. Het is alsof het lichaam zich voorbereidt op een inspanning. U gaat vanzelf sneller ademhalen en uw hart gaat sneller kloppen. Zo kunnen angst en gespannenheid ervoor zorgen dat u gaat hyperventileren.
Het is zeer belangrijk om te proberen niet in paniek te raken. Omdat hyperventilatie zulke ernstig lijkende verschijnselen geeft, kan dit moeilijk zijn. Toch is dit één van de beste adviezen, want hyperventilatie kan niet met medicijnen worden behandeld.
Om de klachten te laten verdwijnen, moet het tekort aan koolzuur worden aangevuld. Langzaam en oppervlakkig ademen werkt daarbij zeer goed. Ook kan de adem zo lang mogelijk worden ingehouden. Er wordt dan namelijk minder koolzuur uitgeademd.
WAT IS HYPERVENTILATIE
Hyperventilatie is geen ziekte maar een verstoring van een natuurlijk proces. De ademhaling wordt gestuurd door het zogenaamde autonome zenuwstelsel. Dit is het gedeelte van het zenuwstelsel dat de onwillekeurige organen verzorgt. Onwillekeurige organen zijn organen die onder andere zorgen voor de ademhaling, spijsvertering en bloedsomloop. Deze organen functioneren buiten de wil om.
Bij grote spanning, angst of ingrijpende, emotionele gebeurtenissen, kan de ademhaling een eigen leven gaan leiden. Wij gebruiken onze ademhaling voor het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolzuur via de longen. Onder normale omstandigheden volgt de ademhaling de behoefte van het lichaam. Zodoende gaat de ademhaling sneller en dieper bij inspanningen zoals rennen en sporten, waarbij extra zuurstof noodzakelijk is.
Wanneer de ademhaling ook in rust snel en/of diep is, wordt het zuurstofgehalte in het bloed te hoog en het koolzuurgehalte te laag. Nu spreekt men van hyperventilatie en kunnen er vele, zeer vervelende sensaties in het lichaam voelbaar worden. Hyperventilatie kan wel ongeveer tweehonderd verschillende soorten klachten teweeg brengen. De meest voorkomende klachten zijn:
- Ademhalingsklachten: ademnood, prop in de keel, kortademigheid, veel zuchten,snelle en/of diepe ademhaling.
- Krampklachten: stijfheid van spieren, trillen en kramp van de handen, tintelingen in handen en rond de mond, pijn in de schouders of in de nek.
- Hartklachten: hartkloppingen, pijn of steken op de borst, hartbonzen, beklemd
gevoel op de borst. - Maagdarmklachten: diarree, misselijkheid, buikpijn, opgeblazen of drukkend
gevoel op de maag, overgeven. - Klachten van het centrale zenuwstelsel: duizeligheid, zwart worden voor de ogen, het gevoel flauw te vallen, zwabberbenen, droge mond, transpireren, koud of warm worden, hoofdpijn.
- Algemene klachten: gespannenheid, angst, paniek, snel vermoeid, slaap-
problemen, onwerkelijk gevoel, moeite met helder denken, nervositeit, ongelukkig gevoel, angst voor controleverlies.
De klachten kunnen beangstigend werken. En door de angst kunnen de klachten weer toenemen. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel.
ADVIEZEN
Als u merkt dat u hyperventileert of als u andere verschijnselen van angst voelt opkomen, probeer dan rustig te ademen. Een rustige ademhaling kan helpen de klachten te verminderen. Er zijn ook andere manieren om de stresstoestand van uw lichaam te verminderen. Sommige mensen leiden de spanning af door hardop te gaan lezen. Anderen vinden afleiding in oefeningen als kniebuigingen of touwtjespringen.
INFORMATIE ALS JE DE AANVAL VOELT OPKOMEN
- Wie in paniek is, kan het niet altijd opbrengen om rustig en langzaam te ademen. Een plastic zakje kan dan een goed hulpmiddel zijn.
- Als de aanval opkomt, dient dit zakje voor mond en neus te worden gehouden.
- Door het uitademen komt er veel koolzuurgas in de zak, dat vervolgens weer wordt ingeademd.
- Daardoor stijgt het koolzuurgehalte in het bloed en verdwijnen de verschijnselen binnen enkele minuten. Deze methode is zeer effectief.
- Inademing is moeilijk en een snelle ademhaling onmogelijk
INFORMATIE VOOR ANDEREN
- Mevr./dhr. heeft last van hyperventilatie en is angstig en paniekerig;
- Probeer zelf kalm te blijven;
- Mevr./dhr. heeft een apparaatje bij zich om de ademhaling te reguleren;
- Mevr./dhr. wijzen op ademhaling;
- Bij mevr./dhr. blijven en haar niet alleen laten.
- Wanneer mevr./dhr. weer helemaal bij is haar vragen wat verder te doen.
- Op verzoek van mevr./dhr. eventueel haar man opbellen.
ADEMHALINGSOEFENINGEN
Een aanval kunt u voorkomen of beter opvangen, als u regelmatig ademhalingsoefeningen doet. Daarbij is het nuttig om te proberen alleen via uw buik te ademen. Buikademhaling is namelijk meestal minder diep dan borstademhaling. Als u uw handen net onder uw ribben op uw buik houdt, voelt u precies wat er gebeurt. Bij een goede buikademhaling gaat uw buik op en neer en mag uw borstkas nauwelijks bewegen.
Oefening 1 Liggend ademen
U begint met het in beweging krijgen van uw middenrif door te gaan liggen op uw rug … uw benen iets uit elkaar … en uw voeten vallen wat naar buiten.. uw handen liggen naast uw lichaam … met de handpalmen naar de grond… en uw ellebogen iets naar buiten .. u neemt wat meer ruimte in voor uzelf. Uw kaak is ontspannen … uw tong ligt breed in uw mond … laat de spanning los in uw nek .. en voel hoe u op de grond ligt … voel het contact van uw billen met de grond … en voel het contact van uw kuiten met de grond … voel ook uw hielen.
Leg dan een hand losjes op uw buik … en u gaat nu allereerst rustig proberen naar uw hand toe in te ademen … u voelt hoe bij het inademen uw buik omhoog komt … en wanneer u uitademt, merk je dat uw buik weer plat wordt. Wanneer u inademt wordt uw buik bol… adem uit terwijl uw buik plat wordt.
Zo, rek u nu uit op zoveel mogelijk plaatsen in uw lichaam … rek u flink en goed uit en oefen pas weer verder met deze eerste oefening als het voorgaande gelukt is.
Het is goed mogelijk dat het de eerste keer heel moeilijk gaat, rek u daarom nog eens een keer goed uit… en lees zonodig eerst de oefening nog eens na, voordat u weer opnieuw begint.
U ligt op uw rug met een hand op uw buik … adem dan rustig uit met een pfff … u ademt weer in en uw buik wordt bol … adem rustig uit met een pfff en trek ondertussen uw spieren aan … de spieren van uw buik … maak uw buk plat … laat ‘m los … adem in … uw buik wordt bol … adem rustig uit met een pfff…… U trekt de spieren aan van uw buik en u maakt uw buik plat, maar voordat u loslaat en opnieuw inademt voelt u eerst jouw voeten … laat dan de spanning in uw buikspieren los en adem rustig in.
Adem nog een keer uit met een pfff … trek uw buikspieren aan … voel uw voeten … laat de spanning los en voel dat u met het inademen uw buik weer bol maakt. rek u dan uit op zoveel mogelijk plaatsen in uw lichaam, uw armen, uw benen, uw schouders … overal voel u uw lichaam even flink in beweging met het uitrekken.
Oefening 2 Spanning voelen en weer loslaten
U ligt op uw rug met je beide knieën opgetrokken en uw voeten plat op de grond… ontspan weer uw kaken… en uw tong ligt breed in uw mond… leg u beide handen op uw onderbuik net onder uw navel… voel hoe uw rug contact maakt met de grond … laat de spanningen in uw nek en uw schouders los.
Adem weer uit met een pfff … en laat dit geluid zo gemakkelijk mogelijk over uw onderlip naar buiten stromen … u ademt in, uw buik wordt bol … adem uit met een pfff en trek gelijk met het uitademen uw buikspieren aan … uw buik wordt plat … voel uw voeten … laat de spanning in uw buik los… adem in terwijl uw buik bol wordt … en laat 2 tellen uw adem daar beneden in uw buik… adem dan weer uit met een pfff … trek uw buikspieren aan… op het einde van het uitademen voelt u uw voeten… laat alle spierspanning weer los.. adem in en voel uw onderlichaam, vooral uw buik, dikker worden. Na het inademen ademt u niet meteen uit, u houdt uw adem nog even duidelijk voelbaar beneden… twee tellen. Rek u maar weer uit, op zoveel mogelijk plaatsen in uw lichaam, uw armen, uw benen … rek u weer goed uit.
Dan komen we bij het laatste stukje van oefening 2.
U ademt uit terwijl u uw buik- en bekkenbodemspieren aantrekt en klein maakt … voel uw voeten … laat alle spierspanning los… er ontstaat nu een duidelijk gevoel van ruimte in uw onderlichaam waar uw adem haast vanzelf naartoe stroomt .. houdt u adem ook nu weer even beneden. Adem uit, trek de spieren aan van buik en bekkenbodem… voel uw voeten … laat de spanning los en adem als vanzelf weer in … houd uw adem twee tellen beneden … één, twee… adem uit … pfff … trek de spieren van uw buik en bekkenbodem aan … laat los… voel de ruimte in uw onderlichaam en adem daar naartoe in, één, twee. Zo, rek u nog maar eens goed uit.
Oefening 3 Staand laag ademen
U staat met uw beide voeten stevig op de grond … een beetje uit elkaar … ontspan dan uw schouders, leg uw beide handen op uw buik, het liefst onder uw navel, en ontspan uw schouders … adem weer rustig uit met een pff … en maak de spieren van uw buik- en bekkenbodem klein .. voel uw voeten… laat de spanning in uw onderlichaam los… voel de ruimte die daar ontstaat… en adem daar naartoe in … help uw adem eventueel om daar te komen door uw buik en uw taille wat boller en wat ronder te maken … houd uw adem even beneden … en adem dan uit.
U gaat het nog eens proberen.
U ademt rustig uit, niet lang, terwijl u de spieren van uw buik en uw bekkenbodem aanspant… laat hierna de spanning los, laat uw buik maar naar voeren vallen… en voel de ruimte in uw onderlichaam en adem daar naartoe in… op het einde houdt u het even beneden …
We doen het nog een keer. Adem uit … span de spieren aan … voel uw voeten … laat de spanning in uw onderlichaam los… en voel hoe u ademt daar nu naartoe gaat… maak uw onderbuik en taille extra bol … u ademt weer rustig uit… laat de spanning los en adem in … u houdt jouw adem daar beneden en rek u hierna maar weer uit en met het uitrekken probeert u zoveel mogelijk spieren van uw lichaam te voelen.
Een andere oefening
U kunt oefeningen doen waardoor u rustiger leert ademen. Ga rechtop zitten, probeer de borstkas stil te houden, en probeer alleen met uw buik te ademen. Houd uw handen op uw buik, net onder de ribben. Bij iedere ademhaling voelt u uw buik op en neer gaan. Zorg vooral dat u rustig ademt. Neem steeds drie seconden om in te ademen en zes seconden om uit te ademen. Tel in gedachten mee:
in – 2 – 3 – uit – 2 – 3 – 4 – 5 – 6
in – 2 – 3 – uit – 2 – 3 – 4 – 5 – 6
enzovoort.
Het langzaam uitademen is vaak het moeilijkst. Laat daarom bij elke tel een beetje lucht ontsnappen. Doe de oefening vijf keer achter elkaar en minstens drie keer per dag. Hoe vaker u oefent, hoe beter.
Vervolgens kunt u uw ademhaling in verschillende houdingen gaan oefenen: liggend, zittend of staand. Als dat lukt, kunt u ook oefenen terwijl u ergens mee bezig bent, bijvoorbeeld als u zit te lezen of als u staat af te wassen.
KAN HET KWAAD?
De vele klachten die door angst en spanning worden veroorzaakt kunnen geen kwaad. Ook hyperventilatie is niet gevaarlijk. Het kan zijn dat u maar één keer in uw leven zulke klachten krijgt. De aanvallen met angst- en spanningsklachten kunnen echter ook regelmatig terugkeren. In beide gevallen kan de angst voor een nieuwe aanval blijven bestaan en dat kan uw leven beïnvloeden.