Hoe ziet een subcorticale dementie eruit? Bij de subcorticale dementiën staat de vertraging van het denken en handelen op de voorgrond; daarnaast zijn er vaak geheugenstoornissen en veranderingen van stemming (depressiviteit, apathie). De geheugenstoornissen bestaan m.n. uit het moeite hebben met het ophalen van informatie, d.w.z. de informatie is wel aanwezig in de hersenen van de patiënt maar deze kan er alleen ”bij” komen na langere tijd denken, of via associaties; bij het aanbieden van een meerkeuze vraag kan patiënt wel het goede antwoord vinden; wordt er een open vraag gesteld, dan lukt dit niet (voorbeeld meerkeuzevraag: is het 1996, 2001, 2006 of 1991?; voorbeeld open vraag: welk jaar is het?)
Bij subcorticale dementiën treden vaker motorische stoornissen op, zoals dysarthrie, bewegingsarmoede en stijfheid. Een vaak voorkomende ziekte waarbij een subcorticale dementie optreedt is de ziekte van Parkinson. Aandachtspunten voor observatie:
Ziektebesef en -inzicht:
- Is patiënt zicht bewust van de geheugenproblemen?
- Begrijpt hij de consequenties van geheugenproblemen?
Geheugen:
- Kan patiënt nieuwe informatie opslaan? Is dit vertraagd?
- Kan nieuwe informatie spontaan terug verteld worden of alleen door middel van meerkeuze vraag of door associaties.
Spraak:
- Is deze vaak zacht of is er moeite met het uitspreken van woorden?
Taal:
- Wordt informatie goed begrepen? (Ook als er sprake is van veel informatie in 1 keer?)
- Moet er naar woorden gezocht worden, komt dit vertraagd over?
- Is het benoemen goed?
Schrijven:
- Is het handschrift goed te lezen?
- Zijn de woorden goed opgeschreven?
- Is er sprake van vertraging in het schrijven?
Rekenen:
- Kan patiënt goed optellen, aftrekken?
- Hoe is de snelheid waarmee dit gebeurt?
Praxis:
- Is er sprake van apraxie?
- Is er sprake van traagheid bij het uitvoeren van handelingen?
- Worden voorwerpen goed herkend?
- Kunnen tekenopdrachten adequaat uitgevoerd worden?
Ruimtelijke orientatie:
- Weet patiënt het verschil tussen links en rechts, boven en beneden?
Stemming:
- Hoe is de stemming?
- Is er sprake van depressiviteit, apathie of irritatie?
J. Sanders, klinisch geriater
T. van Gelderen, 1e verpleegkundige
Den Eik 1, Februari 2001 Gebruikers van het protocol:
Altrecht GGZ
UMCU