Klachtgerichte Mini-Interventies
Een nieuwe aanpak van depressie preventie voor groepen met een lagere sociaaleconomische status?
Zelfmanagement bij depressie
Wat kan ik zelf doen als ik een depressie heb? Wat kan ik zelf doen om te voorkomen dat de depressie erger wordt?
Hier volgt een serie artikelen over zelfmanagement bij depressie. Ze geven tips om zelf iets aan je depressieve klachten te doen. Hoe je kunt omgaan met je depressie. Aan de hand van deze tips kun je voorkomen dat je opnieuw depressief wordt of ervoor zorgen dat je depressieve klachten minder zwaar worden.
Let op: onderstaande informatie kan je helpen bij je herstel maar het is geen advies om zelf alles op te gaan lossen. Neem ook de adviezen van je (huis)arts of je hulpverlener serieus. [Lees meer…]
Depressiepreventie: handreiking voor bedrijfsarsten
Suïcidaliteit van begin tot einde : verpleegkundige richtlijn
Deze verpleegkundige richtlijn is bedoeld om de verpleegkundige problemen rondom suïcidaliteit inzichtelijk te maken. Elk jaar moeten mensen behandeld worden in het algemeen ziekenhuis vanwege een suïcidepoging.
Het verplegen van een suïcidale patiënt in een niet-psychiatrische instelling kan bemoeilijkt worden doordat de verpleegomgeving niet aangepast is op de specifieke
zorgvragen. In een open instelling is continu toezicht niet altijd gewaarborgd; een ziekenhuis is een omgeving met open deuren, vol gevaarlijke materialen. Verpleegkundigen
voelen zich soms niet voldoende vaardig om een suïcidale patiënt te begeleiden. Daarnaast is de werkdruk hoog en is er meestal weinig tijd voor extra aandacht of gesprekken.
Vaak hebben patiënten die een suïcidepoging hebben ondernomen een moeilijk toegankelijke houding, hetgeen door hun omgeving als een negatieve houding ten aanzien
van hulp kan worden opgevat. Patiënten kunnen na een suïcidepoging zeer tegenstrijdig zijn in het stellen van hun hulpvraag. Door middel van het schrijven van deze richtlijn hopen wij verpleegkundigen handreikingen te bieden met betrekking tot de omgang met deze problematiek.
Scholing op het gebied van suïcide en suïcidepreventie
door: GGZ Nederland
Expliciete aandacht voor suïcide en suïcidepreventie in opleidingen van zorgprofessionals draagt bij aan kennis en vaardigheden om suïcidaliteit vroegtijdig te signaleren en adequate behandeling te bieden.
Elke beroepsgroep heeft eigen opleidings- en kwaliteitseisen. Er is onderscheid te maken tussen initieel onderwijs, post-initieel onderwijs en bij- en nascholing.
Het verschilt per opleiding en beroepsgroep in hoeverre het thema suïcide en suïcidepreventie wordt behandeld en in hoeverre expliciet geschoold wordt op kennis (over het proces van suïcidaliteit) en vaardigheden (zoals gespreksvoering, attitude, bejegening, systematische risico inschatting en behandeling).
verpleegplan: Suïcidale patient
Vepleegplan suïcidale patiënt
Suïcide en zelfverwonding
In dit hoofdstuk wordt de zorg voor suïcidale patiënten in klinische situaties beschreven.
Eerst wordt aandacht besteed aan de epidemiologische gegevens met betrekking tot suïcide in Nederland. Vervolgens wordt aandacht besteed aan psychologie en psychopathologie, gerelateerd aan suïcidaliteit. Daarna wordt aandacht geschonken aan de herkenning van suïcidaliteit. Er wordt een aantal verpleegproblemen onderscheiden en be-schreven, die samenhangen met suïcidaliteit. Uitgebreid wordt aandacht besteed aan interventies. Vervolgens gaan we in op de gevolgen van suïcide voor de omgeving: de verpleegkundige, de belangrijke anderen van de patiënt, de medepatiënten. Ook gaan we in op suïcide bij mensen met lichamelijk lijden, de motieven, de groepen die een vergroot risico hebben en de rol van verpleegkundigen in de algemene gezondheidszorg die veel met deze groepen te maken hebben. Ten slotte wordt kort stil gestaan bij het instellingsbeleid als het kader waarbinnen de verpleegkundige haar beroep uitoefent.
We geven nu eerst een verklaring van enkele relevante begrippen, waarna we deze inleiding afsluiten met Het verhaal van Kisagotami: een verhaal waaruit we leren dat hulp begint bij erkenning van het lijden.
Kinderwens. Informatie voor mensen met een manisch-depressieve stoornis, hun partners en andere betrokkenen
Deze folder is bedoeld voor vrouwen met een manisch-depressieve stoornis (MDS), ook wel bipolaire stoornis genoemd, die de wens hebben een kind of kinderen te
krijgen.
Deze folder is ook belangrijk voor de toekomstige vader en andere direct betrokkenen zoals familieleden, vrienden en de betrokken hulpverleners. De keuze om wel of niet zwanger te worden kan uw behandelaar niet voor u maken. Die keuze is aan u en uw partner. Uw behandelaar kan wel met u de voor- en nadelen afwegen, de risico’s inschatten en u helpen om een noodplan op te stellen voor de periode voor, tijdens en na de zwangerschap. Daarin wordt o.a. opgenomen in welke gevallen uw medicatie dient te worden aangepast.
Concept multidisciplinaire richtlijn: Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
Concept multidisciplinaire richtlijn: Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
De diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag vraagt veel van zorgprofessionals. Enerzijds gaat het bij vragen rondom leven en dood om hoogst persoonlijke en existentiële thema’s, waar niemand als bijzondere deskundige kan worden aangemerkt. Anderzijds weten we uit onderzoek dat psychiatrische stoornissen en emotionele problemen bij suïcide een grote rol spelen en dat de denkprocessen bij suïcidale mensen vaak ernstig verstoord zijn.
In dit krachtenspel moet de zorgprofessional naar beste kunnen een persoonlijk contact aangaan met de betrokkene en de naasten, zich op de hoogte stellen van de toestand en in wijsheid afwegen welke interventies het meest passend zijn om ernstig onheil af te wenden. Eenduidige antwoorden zijn meestal niet voorhanden.
Gedragsregulering: zelfbeschadiging
Gedragsregulering: zelfbeschadiging
Gedragsregulering: zelfbeschadiging: de patiënt helpen automutilerend of ander zelfbeschadigend gedrag te beperken of te stoppen.Activiteiten:
|