In gesprek over:
Schizofrenie
(folder Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie)
mijn eigen archief
door Ger Dierx
In gesprek over:
Schizofrenie
(folder Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie)
door Ger Dierx
Deze richtlijn is in het algemeen een document met aanbevelingen en handelingsinstructies
ter ondersteuning van de praktijkvoering van alle professionals die betrokken
zijn bij de zorgverlening aan mensen met schizofrenie, en dient dan ook als zodanig te
worden gebruikt. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek,
ervaringskennis en aansluitende meningsvorming door beroepsbeoefenaren en patiënten
en is gericht op het uitdrukkelijk beschrijven van goed (‘optimaal’) handelen.
De richtlijn beoogt een leidraad te geven voor diagnostiek en behandeling van volwassenen
met schizofrenie. De richtlijn moet gezien worden als een moederrichtlijn,
waarvan een vertaling kan plaatsvinden naar monodisciplinaire richtlijnen van afzonderlijke
beroepsgroepen en waarin aanknopingspunten voor lokale protocollen kunnen
worden gevonden. Het opstellen van lokale protocollen op basis van deze richtlijn
wordt – bij dezen – door de werkgroep aangemoedigd, omdat dat voor de implementatie
van de in de richtlijn beschreven optimale zorg bevorderlijk is.
Indien de aanbevelingen uit deze richtlijn in de concrete situatie niet aansluiten bij de
wensen of behoeften van de patiënt, dan moet het in principe mogelijk zijn beredeneerd
af te wijken van de richtlijn tenzij de wensen of behoeften van de patiënt naar
de mening van de behandelaar hem/haar kunnen schaden dan wel geen nut hebben.
door Ger Dierx
Deel A: Theoretische onderbouwing en aanbevelingen
Het doel van deze richtlijn is hulpverleners, in het bijzonder verpleegkundigen, te ondersteunen in het effectief omgaan met suïcidaliteit bij patiënten met schizofrenie of een aanverwante psychotische stoornis. De totale richtlijn bestaat uit twee delen (deel A en B) en twee losse werkboeken voor gebruik in de praktijk.
In het voorliggende deel van de richtlijn (deel A) wordt een theoretische onderbouwing van de richtlijn gegeven die resulteert in aanbevelingen voor het begeleiden van patiënten met schizofrenie bij wie sprake is van suïcidaliteit. Deze onderbouwing is hoofdzakelijk gebaseerd op een Amerikaanse richtlijn van de American Psychiatric Association die is verschenen in 2003 onder de titel Practice Guidelines for the Assessment and Treatment of Patients with Suicidal Behaviors. Aanvullend is gebruik gemaakt van literatuur die vanaf 2002 is gepubliceerd.
door Ger Dierx
Schizofrenie is een ingewikkelde stoornis met vaak ernstige psychische en sociale gevolgen. Schizofrenie komt niet door één enkele oorzaak, maar door vele dingen tegelijk. Het is niet makkelijk schizofrenie vast te stellen: er zijn veel verschijnselen die in allerlei combinaties bij schizofrenie voorkomen.
De vele verschijnselen van schizofrenie zijn te verdelen in vijf groepen.
Iemand heeft schizofrenie als hij minstens 2 van deze verschijnselen heeft, en daarnaast sociaal en in zijn werk niet goed meer functioneert. Soms is 1 van de verschijnselen al genoeg om iemand schizofreen te noemen, als bijvoorbeeld zijn wanen bizar zijn of als hij stemmen hoort.
De verschijnselen worden verdeeld in de volgende vijf groepen.
Sommige mensen met schizofrenie vinden zelf dat ze niets mankeren. Dat maakt dat ze geen behandeling willen.
Gaat het over?
Het is niet te zeggen hoe het mensen met schizofrenie vergaat in de toekomst. Bij sommigen gaat het over, anderen herstellen niet of gaan juist verder achteruit. Deze verschillen kunnen zelfs in 1 familie voorkomen.
De kans op herstel is groter bij vrouwen, mensen met een partner, mensen zonder schizofrenie in de familie, mensen met een hoog IQ en die goed functioneerden voor ze de ziekte kregen.
Een eerste heftige periode met (psychotische) verschijnselen begint plotseling en kan zo’n drie maanden duren. Na die eerste periode is er meestal een relatief rustige periode. De psychotische verschijnselen nemen af. Een kwart van de mensen wordt hierna beter, al functioneren zij lang niet altijd goed. De anderen blijven ziek en krijgen een tweede heftige periode met (psychotische) verschijnselen.
Psychose
Iemand met schizofrenie kan in een psychose terechtkomen. Dan heeft hij last van bijvoorbeeld stemmen horen, hallucinaties, onsamenhangend praten, chaotisch gedrag of vreemde lichaamsbewegingen.
Een psychose komt niet alleen voor bij schizofrenie, maar ook bij andere psychische stoornissen voorkomen. Een psychose kan komen door extreem gebruik van alcohol of drugs.
Hoe vaak komt het voor?
Schizofrenie komt niet vaak voor. In Nederland zijn er 60.000 tot 80.000 mensen met schizofrenie. 1 op de 100 mensen krijgt schizofrenie
VERSCHIJNSELEN
Er zijn vijf groepen verschijnselen. De eerste twee groepen van verschijnselen van schizofrenie worden wel de positieve verschijnselen genoemd: wanen en hallucinaties. Deze zijn namelijk duidelijk aanwezig.
De derde groep, de zogenoemde negatieve verschijnselen, geven aan dat er iets mist. Het gaat dan om het minder worden van daadkracht, emoties, spraak en gedachten; een gebrek aan energie en het vlakker worden van gevoel.
De laatste twee groepen van verschijnselen gaan over gestoord denken, praten en doen.
Wanen
Iemand met schizofrenie kan zich iets inbeelden dat niet klopt met de werkelijkheid. Bijvoorbeeld:
Hallucinaties
Gebrek aan energie en motivatie
Vlakker worden van gevoel
Onsamenhangende spraak
Chaotisch gedrag en vreemde lichaamsbewegingen
Verder zijn er vaak problemen met het geheugen, concentratie en het doen van ingewikkelde dingen. Ook dit maakt het moeilijker om (weer) te gaan werken, sociale contacten te onderhouden en zelfstandig te wonen.
MISVERSTANDEN
In de loop van de geschiedenis zijn allerlei misverstanden over schizofrenie ontstaan. Ze worden hier rechtgezet.
Schizofrenie is niet de schuld van ouders. Het ligt niet aan de opvoeding. Wel kan overbezorgdheid en constante kritiek het herstel belemmeren of zorgen voor een terugval van jongeren die al schizofrenie hebben.
OORZAKEN
Schizofrenie heeft meer dan 1 oorzaak. Het gaat om een samenspel van persoonlijkheid, stress, hersenontwikkeling en hersenprocessen, en dingen in de omgeving. Het is onbekend hoe deze dingen in elkaar grijpen als iemand uiteindelijk schizofrenie krijgt.
Wel zijn extra risico’s bekend. Dat wil zeggen: er is meer risico in onderstaande gevallen. De extra risico’s hebben te maken met geslacht en leeftijd, met individuele kwetsbaarheid, met de omgeving, en met levensgebeurtenissen.
Geslacht en leeftijd
Individuele kwetsbaarheid
Omgeving
Levensgebeurtenissen
Dak- en thuisloosheid kan schizofrenie uitlokken. Maar het kan heel goed andersom zijn: de schizofrenie veroorzaakt dak- en thuisloosheid.
DIAGNOSE
Schizofrenie kan niet worden vastgesteld met bijvoorbeeld bloedonderzoek of hersenscans. Het hangt sterk af van de inzichten en de ervaring van de behandelaar.
BEHANDELING
Schizofrenie kan niet worden genezen. Dat komt omdat het onbekend is wat de oorzaak is.
Er is behandeling voor de korte termijn. Dan gaat het om medicijnen om psychotische verschijnselen te verminderen; en er is behandeling voor de langere termijn, bijvoorbeeld medicijnen in combinatie met cognitieve gedragstherapie. Dan gaat het meer om het voorkomen van terugkeer van de psychotische verschijnselen, en om het opbouwen van een wat normaler maatschappelijk bestaan.
Elke behandelaar in de geestelijke gezondheidszorg moet werken volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie.
Medicijnen
In de acute, psychotische fase spelen medicijnen een belangrijke rol in de behandeling van schizofrenie. Deze moeten de psychotische symptomen, de angst en verwarring verminderen. De belangrijkste medicijnen zijn de antipsychotica. Zij gaan de psychotische verschijnselen tegen, zoals wanen en hallucinaties. Ze hebben verder een kalmerende werking. Ze hebben soms een beetje, soms geen duidelijk effect op de negatieve symptomen, zoals lusteloosheid en teruggetrokken gedrag.
Voor de langere termijn helpen antipsychotica een volgende psychose te voorkomen. Daarvoor moeten mensen ze dus langere tijd gebruiken, ook als alle verschijnselen verdwenen zijn. Dit is nog weleens lastig: liefst houden sommigen ermee op omdat de bijwerkingen vervelend zijn en omdat ze zelf niet vinden dat ze een stoornis hebben. Inzicht in de eigen stoornis en zorgen dat mensen hun medicijnen nemen is dan ook vaak deel van de behandeling voor langere termijn. Een andere oplossing is om medicijnen te geven in de vorm van een paar weken werkende injecties. Dit heet depot. De depotmedicijnen hebben een bescheiden effect. Daarom zouden alleen bij uitzondering gebruikt moeten worden.
Soms is het nodig naast een antipsychoticum een middel te gebruiken dat de stemming beïnvloedt, bijvoorbeeld lithium of een antidepressivum. Slaap- en kalmeringsmiddelen worden ook geregeld voorgeschreven. De slaapmiddelen helpen bij het opnieuw vinden van een normaal dag- en nachtritme; kalmeringsmiddelen verminderen angst en onrust.
Soms worden andere medicijnen voorgeschreven om de bijwerkingen van antipsychotica aan te pakken.
Bijwerkingen antipsychotica
De werking van een antipsychoticum is niet meteen merkbaar, meestal pas na een paar weken. Sommige bijwerkingen treden wel meteen na inname op.
Antipsychotica kunnen vervelende bijwerkingen hebben. Niet iedereen heeft er last van, maar sommige bijwerkingen hebben een grote invloed. Veel voorkomende bijwerkingen van antipsychotica zijn:
Sommige bijwerkingen treden pas op na langer gebruik van antipsychotica. Het is dus zaak om alert te blijven op bijwerkingen en deze tijdig te bespreken met de behandelaar. Bij langdurig gebruik van antipsychotica kunnen onvrijwillige, spontane bewegingen ontstaan: iemand beweegt zonder het te willen de tong, mond of andere gezichtsspieren. Deze verschijnselen kunnen blijvend zijn na beëindiging van het medicijngebruik, of verdwijnen pas na enkele jaren.
Klassieke en atypische antipsychotica
Er zijn 2 verschillende typen antipsychotica: de klassieke en de atypische. Vooral de klassieke antipsychotica staan bekend om de bewegingsstoornissen die ze kunnen veroorzaken. Het is mogelijk dat iemand gaat beven of stijve spieren krijgt. Soms is er sprake van bewegingsdrang: het is dan onmogelijk een tijd achter elkaar stil te zitten, te liggen of te staan. Aan het begin van de behandeling kunnen onverwachte spierkrampen voorkomen, bijvoorbeeld van de oogleden.
De nieuwere, atypische antipsychotica veroorzaken minder bewegingsstoornissen dan de oudere, klassieke middelen, maar hebben soms weer andere bijwerkingen, zoals meer eetlust, gewichtstoename en moeite met opstaan ’s ochtends.
De werking is van persoon tot persoon anders.
Heeft iemand veel last van bijwerkingen, dan is het aan te raden een ander medicijn te proberen.
Psychologische en andere behandelingen
Schizofrenie kan niet worden genezen. Dat komt omdat het onbekend is wat de oorzaak is.
Psychologische behandelingen kunnen behandeling met medicijnen niet vervangen. Ze zijn meer een aanvulling, en geven aandacht aan ziekte-inzicht: mensen met schizofrenie hebben zelf vaak niet het idee dat ze ziek zijn, en stoppen met medicijnen of andere als het weer iets beter gaat. Maar dan lopen ze het risico weer verschijnselen van schizofrenie te krijgen, of psychotisch te worden.
Het doorgaan met de behandeling wordt therapietrouw genoemd. Veel andere behandelingen willen die therapietrouw groter maken.
Voor een succesvolle behandeling is een goede, intensieve samenwerking nodig tussen de mensen met schizofrenie, hun familie, de behandelaars en andere begeleiders. Veel van de psychologische en andere behandelingen streven dit na.
Psycho-educatie
Bij psycho-educatie krijgen mensen iemand met schizofrenie en hun omgeving uitvoerige informatie over de stoornis, de gevolgen, medicijnen en hun bijwerkingen, welke stappen er genomen worden in de behandeling, en welke keuzes gemaakt kunnen worden.
Het gaat ook om het leren ontdekken van voortekenen: wat gebeurt er vóór een terugval? Als mensen dat leren, dan kunnen ze er eerder iets aan doen.
Meestal bestaat psycho-educatie uit ongeveer 10 bijeenkomsten.
Familie
Voor mensen met schizofrenie is het goed dat familieleden betrokken blijven. Door familie erbij te betrekken kan er een goed advies gegeven worden over hoe iemand het best kan worden opgevangen. Als familie en patiënt elkaar beter begrijpen, geeft dat minder spanning.
Gezinstherapie of systeemtherapie
Soms is het goed dat ook familieleden behandeld worden. Dat kan onderlinge spanning en kritiek verminderen.
Cognitieve gedragstherapie
Samen met de behandelaar wordt gekeken naar de manier van denken en het gedrag. Daarna gaan patiënten dat veranderen. Deze behandeling zorgt ervoor dat iemand niet stopt met de behandeling (de zogenoemde therapietrouw); deze behandeling helpt te herstellen na een acute periode en helpt een beetje om terugval te voorkomen.
Trainingen
Daarnaast zijn er nog trainingen om het geheugen, de aandacht, en de sociale vaardigheden te verbeteren.
ANDERE ZORG
Hier gaat het om methoden van revalidatie en begeleiding mensen met schizofrenie:
Assertive community treatment
Van supported employment en assertive community treatment is aangetoond dat het werkt; van de wijkhulpverleningsteams is de werking enigszins aangetoond. Van de andere methoden is niet aangetoond dat het werkt.
ADVIEZEN CLIENT
Adviezen voor de cliënt zijn lastig te geven. Kenmerk van schizofrenie is dat mensen zelf nogal eens vinden dat ze niets mankeren. Voor de mensen met schizofrenie die er wat aan willen doen, de volgende adviezen.
ADVIEZEN FAMILIELEDEN/BETROKKENEN
Een familielid met schizofrenie is een zware belasting voor de omgeving. Schizofrenie is een ernstige aandoening met veel gevolgen voor patiënt en omgeving. Familieleden moeten de al dan niet tijdelijke veranderingen in de persoonlijkheid en gedrag van hun familielid accepteren. Tegelijkertijd is het goed als zij hun familielid blijven bijstaan omdat dit gunstig is voor het herstel en terugval kan voorkomen.
Er is al lange tijd een organisatie actief, speciaal voor familieleden: Ypsilon. Ze geven informatie, adviezen, organiseren lotgenotencontact, en behartigen de belangen van familie en patiënten.
Kijk voor adviezen ook op schizofrenieplein.nl, onder het kopje: Wat kan ik doen?
Behandelaars moeten de partner en naaste familie betrekken bij de behandeling. Direct betrokkenen kunnen immers veel bijdragen aan een succesvolle behandeling, maar daarvoor is uitleg en begeleiding van de behandelaar nodig.
Het kan wel zijn dat uw familielid weigert dat u betrokken wordt bij de behandeling.
Het komt voor dat iemand geen hulp accepteert of bijvoorbeeld weigert medicijnen te gebruiken. Dat leidt voor familieleden tot dilemma’s en lastige situaties. Informeer bij Ypsilon of stichting Labyrint/In Perspectief welke oplossingen er zijn of hoe u kunt omgaan met de situatie.
MEER INFORMATIE
Elke behandelaar in de geestelijke gezondheidszorg moet werken volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie. De Richtlijn is gemaakt voor professionals, evenals de samenvatting.
Andere producten over schizofrenie? Ga naar www.trimbos.nl/producten, en zoek op schizofrenie.
Bron: www.trimbos.nl
Overzicht 6 dimensies van Positieve Gezondheid met bijbehorende vragen Lichaamsfuncties (hoe gaat het lichamelijk met u?) Ik voel mij gezondIk voel mij fit Ik heb geen klachten en pijnIk slaap goedIk eet goedIk herstel snel … [Lees meer ...]
Wat is eenzaamheid eigenlijk? Zijn er verschillende soorten eenzaamheid? Wat zijn de symptomen van eenzaamheid? Wat zijn oorzaken van eenzaamheid? Hoe weet je of je eenzaam bent? En kan je zelf echt wat doen aan eenzaamheid? Om achter … [Lees meer ...]
Voor je familie zorgen? Dat is gewoon zo Mantelzorg bij allochtonen. Mantelzorg bij Antillianen, Surinamers, Marokkanen en Turken in Nederland. bron: Purmerend, Juni 2007Dit is een uitgave van PRIMO Noord-HollandAuteursIbrahim Yerden, senior … [Lees meer ...]