door: Mieke Grypdonck
Dat Andries Baart en ik bij elkaar aansluiting zouden vinden, had ik verwacht. Andries’ werk kende ik maar zeer beperkt. Ik had een artikel van hem gekregen via Jan Jukema die het dan weer van Marian Verkerk had. Daarin pleitte hij voor een nieuwe kijk op professionalisme. Niet het professionalisme van de regels, de protocollen, de deskundige overmacht, maar van de aanwezigheid, de afstemming en de dienstbaarheid. Geen cliëntimse, maar onvervalste dienstbaarheid. Betrokken op het lijden van de ander, en doen wat dan gedaan moet worden. Gebruik makend van de moderne technologie voor luie mensen – het internet – ging ik op zoek waar deze merkwaardige man vandaan kwam. En zo kwam ik uit bij andere artikelen van Baart. Daardoor wist ik ook dat hij zich vooral met arme mensen had beziggehouden. Met die kennis over Baart stuurde ik hem de scriptie op van Veerle Duprez, die onderzoek had gedaan over zelfmanagement en therapietrouw bij mensen uit de lagere sociale klasse. Het was een tweede studie in de reeks – de eerste was van Friede Simmes – en voor mij waren de resultaten ontstellend. De studie bracht op niet mis te verstane manier aan het licht hoe armoede en ziekte met elkaar vervlochten waren, hoe slecht de voorzieningen waren voor mensen die in armoede leefden, en hoe weinig hulpverleners daarvan wisten en nog minder van begrepen.