De ziekte van Parkinson wordt gekenmerkt door stoornissen in het bewegen waarvan het beven van vingers en handen wellicht het meest bekend zijn. De ziekte heette in eerste
instantie “paralysis agitans” maar is later vernoemd naar haar ontdekker, de arts James Parkinson. Het begin van de ziekte ligt doorgaans tussen de 50 en 65 jaar. Er zijn enkele gevallen bekend met een jongere beginleeftijd.